De naam die ik het gegeven heb, de naam van de hoofdpersoon blijft bij mij.
Wat U als lezer dient te weten is dat ze echt bestaat.
En dat de tekst de diepe indruk vertaalt die ze op me achter gelaten heeft.
Ik hoop dat dat overkomt......
Ze fladdert als een vlinder
Tussen twijfel en berouw
Schopt steevast haar problemen
Tot ze schrijnen bont en blauw
Wat zou ze moeten schreeuwen
Omdat het rond haar zwijgt
Oh krijsen stampen gillen
Totdat ze mooie stilte krijgt
De sterren in haar ogen
Bijna allemaal gedoofd
Zijn stuk voor stuk gesneuveld
Door de oorlog in haar hoofd
Een grote boze wereld
Kerft lijnen in haar huid
De pijnlijke contouren
Van haar dappere besluit
Meid van zestien puur karaats
Waarin de zon haar kleur weerkaatst
Ze mist het in haar regenboog
Reikt naar een hemel ver en hoog
Iets roofde haar vertrouwen
Iemand nam wat heilig was
Liep met zijn grote poten
Op het eerste groene gras
En nu alles kapot is
Het nooit meer mooi kan zijn
Heelt zij de oude wonden
Steeds weer met nieuwe pijn
Als een kleine stille muis
Altijd heel dicht bij de grond
Kijkt ze nooit meer echt omhoog
Is ze bang voor het plafond
De onmacht in haar ogen
Vertroebeld door een traan
De wezenloze woede
Die maar niet weg wil gaan
Meid van zestien puur karaats
Waarin de zon haar kleur weerkaatst
Ze mist het in haar regenboog
Reikt naar een hemel ver en hoog
Zij zegt dat het niet meer hoeft
Omdat niemand haar ziet staan
Ik zeg dat ik anders ben
Door de hel met haar zal gaan
Maar waarom dat geloven
Waarom zou ik anders zijn
God zorg dat ik het waarmaak
En maak mij de laatste lijn
Meid van zestien puur karaats
Nooit meer alleen nooit meer melaats
Met kleur terug in haar regenboog
Op naar de hemel hoofd omhoog
Tussen twijfel en berouw
Schopt steevast haar problemen
Tot ze schrijnen bont en blauw
Wat zou ze moeten schreeuwen
Omdat het rond haar zwijgt
Oh krijsen stampen gillen
Totdat ze mooie stilte krijgt
De sterren in haar ogen
Bijna allemaal gedoofd
Zijn stuk voor stuk gesneuveld
Door de oorlog in haar hoofd
Een grote boze wereld
Kerft lijnen in haar huid
De pijnlijke contouren
Van haar dappere besluit
Meid van zestien puur karaats
Waarin de zon haar kleur weerkaatst
Ze mist het in haar regenboog
Reikt naar een hemel ver en hoog
Iets roofde haar vertrouwen
Iemand nam wat heilig was
Liep met zijn grote poten
Op het eerste groene gras
En nu alles kapot is
Het nooit meer mooi kan zijn
Heelt zij de oude wonden
Steeds weer met nieuwe pijn
Als een kleine stille muis
Altijd heel dicht bij de grond
Kijkt ze nooit meer echt omhoog
Is ze bang voor het plafond
De onmacht in haar ogen
Vertroebeld door een traan
De wezenloze woede
Die maar niet weg wil gaan
Meid van zestien puur karaats
Waarin de zon haar kleur weerkaatst
Ze mist het in haar regenboog
Reikt naar een hemel ver en hoog
Zij zegt dat het niet meer hoeft
Omdat niemand haar ziet staan
Ik zeg dat ik anders ben
Door de hel met haar zal gaan
Maar waarom dat geloven
Waarom zou ik anders zijn
God zorg dat ik het waarmaak
En maak mij de laatste lijn
Meid van zestien puur karaats
Nooit meer alleen nooit meer melaats
Met kleur terug in haar regenboog
Op naar de hemel hoofd omhoog
Greetz,
Harrie
Geen opmerkingen:
Een reactie posten